Onderwijs in Utopia

Door Klaas Doorlag en Inge Blauw

Het is de filosoof in Klaas die de trigger vormt om na te denken over de wijze waarop we onderwijs vormgeven. Er gebeurt van alles binnen scholen: vormen van onderwijsvernieuwing beheersen dagelijks de (social) media, nieuwe scholen ontstaan, net als nieuwe onderwijsconcepten. Omdat we allemaal onderwijs hebben gevolgd, vinden we er ook allemaal iets van. Wat Klaas triggert is de wijze waaróp het discours over onderwijsvernieuwing wordt gevoerd. Want wat is ‘goed onderwijs’ nu? Daar kunnen we best wel iets over zeggen, maar het gesprek erover blijft vaak hangen in algemeenheden. Lastig is ook dat een gesprek over onderwijs vaak gepaard gaat met veel emoties, omdat het direct relateert aan de eigen ervaringen.

Het is belangrijk om onderwijsvernieuwing niet te laten stoelen op kritiek op het bestaande, maar een eigen logica te laten volgen. Laten we om die reden eens opnieuw beginnen en gaan bedenken hoe het onderwijssysteem in een ideaal land, Utopia bijvoorbeeld, er uit zou kunnen zien.

Fundamentele vragen
Je moet dan in ieder geval antwoorden formuleren op vragen als wat kennis is, wat leren is, wat de bedoeling van onderwijs is en wat een school is. De antwoorden op deze fundamentele vragen, worden in gesprekken over goed onderwijs zelden betrokken. Klaas zou juist die vragen aan de orde willen stellen.

Over kennis wordt vaak op twee manieren gesproken. De ene benadering ziet kennis als een object, dat vast te leggen en overdraagbaar is. De menselijke geest wordt dan gezien als een container waarin die kennis kan worden opgeslagen en bewerkt. Een andere benadering ziet dat kennis gebeurt in en tussen mensen. Ieder mens creëert subjectieve kennis in relatie met anderen en de wereld om zich heen. De menselijke geest wordt dan gezien als een netwerk. Voor het vormgeven van leren maakt de gekozen positie veel uit. Voor Klaas is voor vormgeving van leren in Utopia de laatste positie bruikbaarder omdat het de eerste positie niet uitsluit. Het levert met andere woorden een breder en rijker beeld op van leren.

Als het gaat om de vraag wat leren is, is het vervolgens interessant om te kijken hoe mensen van nature leren. Dat doen zij volgens hersenwetenschappers door de wereld waar te nemen en daarover te hypothetiseren. Kinderen doen dat zodra ze geboren zijn en misschien al daarvoor. Het is onderdeel van onze menselijke conditie dat wij Popperiaanse onderzoekers zijn. Iedereen wordt geboren met een onderzoekend vermogen en leren kan dus iedereen. Dat leren duurt om die reden dan ook een biologisch leven lang. Iedereen bevindt zich permanent in een leercontinuüm. Onderwijs in Utopia zou wat Klaas betreft logischerwijs aan moeten sluiten bij deze vorm van leren.

Als het gaat over vragen over onderwijs is het belangrijk na te denken over de bedoeling ervan. Waarom ontnemen we kinderen vanaf hun vierde jaar de vrijheid om ongelimiteerd in de zandbak te spelen of rondjes te fietsen en stoppen we ze in een architectuur die we school noemen waar zijzelf niet meer uitmaken wat ze doen? Deze grote ingreep in het leven van kinderen veronderstelt dat er iets heel belangrijks gebeurt in die periode. Klaas wil mensen graag aanmoedigen de 0-optie te onderzoeken: wat nu als er geen onderwijs zou zijn? Het lijkt erop dat we zomaar hebben aangenomen dat de wereld zelf als leeromgeving niet voldoende biedt om tegemoet te komen aan de basisopgave van iedere mens: zichzelf, de ander en de wereld om zich heen leren begrijpen en hanteren. Biesta ziet twee stromingen: één waar het onderwijs als doel heeft het ingroeien in de bestaande sociale orde en één waar onderwijs als ontplooiing wordt gezien en waar de wording van het individu voorop staat. Met hem stelt Klaas vast dat de laatste stroming het meest logisch volgt uit de opvatting dat de mens meer een producent dan een consument van kennis is. Bovendien sluit dit beter aan bij hoe de mens van nature leert.

Voor het onderwijssysteem in Utopia moet dan echter nog de vraag worden beantwoord voor welk representatiemodel in de school wordt gekozen als afspiegeling van de wereld buiten de school. In het huidige onderwijssysteem zijn dat wereldwijd de wetenschappelijke disciplines. Wat Klaas betreft zijn er echter heel andere keuzes mogelijk en zou een gesprek over welk model het beste past, in relatie tot de gekozen bedoeling, een interessante zijn. Veel vernieuwingsscholen zijn ook op zoek naar een nieuw model omdat ze opnieuw op zoek zijn naar de beste manier om kinderen te laten uitgroeien en ingroeien en om tegemoet te komen aan het verlangen van ieder mens zichzelf, de ander en de wereld te verstaan.

Gepersonaliseerd leren is eeuwenoud
Onderwijsvernieuwing is overigens niet iets van de laatste tijd. Al tijdens de Verlichting wordt er gediscussieerd over onderwijs dat in het teken staat van het bevorderen van de vrijheid en zelfstandigheid van het kind. Vervolgens hadden we Maria Montessori, later de Vrije School, de democratische scholen en de Kunskapsskolan om er maar een paar te noemen. Bij alle voorbeelden zijn scholen al of niet expliciet op zoek naar een nieuw representatiemodel. In de huidige beweging waarin scholen bezig zijn met gepersonaliseerd leren, is er dan ook niet zozeer sprake van onderwijsvernieuwing. Het is veel meer een eeuwenoud en om diverse redenen gemarginaliseerd verlangen naar andere vormen van goed onderwijs. Het lijkt erop dat dit streven in deze tijd de hoofdstroom wordt.

Voor Klaas is het helder dat gepersonaliseerd leren niet een vastomlijnd concept is, maar eerder een naam voor dit verlangen. Bij de verdere Utopische zoektocht naar de vormgeving ervan, zijn de fundamentele vragen een geweldig gereedschap voor degene die de moed heeft ze te hanteren.

Een reactie

Leave a Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *