Open en online
Het ministerie van Onderwijs heeft een zogenaamde stimuleringsregeling waarin instellingen voor hoger onderwijs worden uitgenodigd om hun onderwijs te innoveren. De codewoorden zijn ‘open’ en ‘online’. Vandaag was ik aanwezig op een bijeenkomst van twaalf projecten die komend jaar gaan lopen, omdat ik zelf medeverantwoordelijk ben voor een van deze twaalf.
Ik merkte dat de samenkomst van die twee woorden ‘open’ en ‘online’ tot hoge ambities leidt. Om drie voorbeelden te geven: 300.000 ondernemers in Europa aan bussiness-modelinnovatie krijgen; zo veel mogelijk studenten laten programmeren; alle eerstejaars studenten in Nederland beter leren schrijven. De regeling stimuleert opleidingen tot vernieuwen, maar vooral ook om breder te denken dan alleen hun eigen onderwijs. Hiervoor is een houding gericht op samenwerken en delen van materiaal belangrijk en hier is in het onderwijs toch nog wel een cultuuromslag te maken, die mede door dit soort projecten hopelijk wordt bewerkstelligd.
Wat gaat men zoal doen om dergelijke ambities te bereiken? Bij open en online denk je al snel aan MOOCs – en inderdaad is een aantal initiatieven hier op gericht. Nu zijn MOOCs per definitie gericht op de massa, maar in de bijeenkomst werd mij duidelijk dat iedereen ook goed aan het nadenken was hoe zo’n MOOC in het eigen onderwijs kon worden ingebed – en daarmee komt blended learning natuurlijk in beeld.
Mij viel op dat er veel om het gebruik van video draait. In deze blog is het al eerder over educatief gebruik van film gegaan en ik zie filmdidactiek ook in de projecten terugkomen. Zo wordt de buitenwereld de leeromgeving ingehaald, bijvoorbeeld door ‘testimonials’ van mensen die de achtergrond vertellen van bepaalde data die in statistiekonderwijs worden gebruikt, of artsen die vertellen over managementzaken waar ze in hun praktijk tegenaan lopen. Maar ook bij de klassiekere instructievideo’s merk ik een omslag richting didactiek omdat er van alleen ‘aan studenten uitleggen’ wordt overgestapt, deels onbewust, op de vraag ‘hoe leren onze studenten eigenlijk?’. En dan komt men bij zaken als just in time, quizes, simulaties, of besprekingen van casussen in bijeenkomsten.
Een van de projecten uit de vorige tranche is overigens net afgerond en dit schijnt een mooi voorbeeld te zijn van educatief videogebruik: de film On Being a Scientist van onder andere Bas Haring. Ik ga hem zeker bekijken.
En wat ga ik nu precies doen? We willen, samen met alle Nederlandse lerarenopleidingen in de exacte vakken, een platform inrichten waarin open, online lesmateriaal over bètadidactiek beschikbaar is. Dit materiaal kan dan gebruikt worden in het blended onderwijs van de opleidingen, maar het is ook denkbaar dat het bruikbaar is voor professionalisering van zittende docenten in het voortgezet onderwijs.
De projecten gaan nu van start. De bevlogenheid is hoog en ik ben dan ook benieuwd wat er over anderhalf jaar voor mooie resultaten liggen. De eerste, weliswaar zeer persoonlijke, opbrengst is er al: een portretfoto die naar goed voorbeeld onder een creative commons licentie wordt vrijgegeven. Ik ga hem hier straks meteen maar als profielfoto opnemen.
Een overzicht van alle projecten die in het kader van de stimuleringsregeling worden uitgevoerd, is te vinden op de site van Surf.